Muziektheater onderschrijft de "cultural-governance" principes:
Principe 1: De organisatie expliciteert haar missie om culturele waarde te creëeren, over te dragen en/of te bewaren. Culturele waarde moet in dit principe begrepen worden als maatschappelijke meerwaarde.
Principe 2: De organisatie past de principes van de Bestuurscode Cultuur toe, proportioneel aan haar omvang en maturiteit, en licht periodiek toe hoe zij dat heeft gedaan. De organisatie volgt de aanbevelingen op maar kan er gemotiveerd van afwijken.
Principe 3: Bestuur en directie handelen integer en in het belang van de organisatie.
Principe 4: Bestuur en directie zijn zich bewust van hun eigen rol en de onderlinge verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en handelen ernaar.
Principe 5: Het bestuur voert zijn controlerende, adviserende, strategische en werkgeversrol op een professionele, constructief-kritische en onafhankelijke wijze uit en waarborgt de inhoudelijke en/of artistieke integriteit.
Principe 6: Het bestuur wordt evenwichtig samengesteld op een wijze die deskundigheid en diversiteit waarborgt en een betrokkenheid bij de organisatie veronderstelt.
Principe 7: De directie is verantwoordelijk en bevoegd voor de algemene en dagelijkse leiding, het functioneren en de resultaten van de organisatie.
Principe 8: Het bestuur en de directie gaan zorgvuldig, ethisch en verantwoord om met de mensen en de middelen van de organisatie.